Beiträge mit dem Schlagwort: inburgering

Aldi-problemen en overleden rijbewijzen

Een tijdje geleden had een cursiste van mij het koffieschip bedacht. Maar ook in een andere groep zijn de deelnemers soms (onbedoeld) creatief met taal.

Van iemand op taalniveau A1 – A2 wordt eigenlijk niet verwacht, dat hij het passief (de lijdende vorm) beheerst. Dat het soms toch aan te bevelen is, blijkt uit de volgende situatie: Wij waren bezig met Burgerschap, onderdeel „Aangifte doen bij de politie“.  Ik vroeg aan de cursisten, hoe ze zouden beginnen, als zij aangifte moesten doen. Trots riep Murat: „Ik kom aangifte doen, ik heb fiets gestolen!“

Later waren we bezig met het onderdeel „Documenten aanvragen“. De deelnemers moesten een nieuw rijbewijs aanvragen. Hakim wilde het heel formeel zeggen en een zin als „Ik heb een nieuw rijbewijs nodig“ vond hij niet goed genoeg. Maar het woord „verlopen“ wilde hem maar niet te binnen schieten, en zo werd het: „Mijn rijbewijs is… is… overleden!“

Bij het oderdeel „Nazeggen“ moeten de cursisten zinnen, die zij horen, gewoon nazeggen. Dat ze deze zinnen begrijpen is niet per sé noodzakelijk, maar het helpt wel. Ik las de zin voor: „Van al die problemen krijg ik hoofdpijn.“ Senwe keek me met grote ogen aan en vroeg:  „Aldi? Supermarkt? Waarom problemen?“

Het klopt wel, wat Prinses Máxima ooit zei: ‚t is beetje moeilijk.

Kategorien: Sprachliches / Taalzaken | Schlagwörter: , , , , , | Hinterlasse einen Kommentar

Koffieschip en appelstroop

Soms kunnen mijn cursisten echt heel leuk uit de hoek komen. Onlangs waren wij bezig met het imperfectum en de cruciale vraag, wanneer je de „t“ moet gebruiken, zoals in „maakte“, en wanneer de „d“ (woonde). Ik legde uit, dat hier de laatste letter van de stam belangrijk is en gebruikte het bekende ezelsbruggetje „‚t kofschip“. Alternatieven zijn „Soft ketchup“ en het „Paketschiff“ (voor Duitsers). Maar ik gebruik meestal ‚t kofschip, misschien, omdat ik het zelf zo geleerd heb. Dat de meeste cursisten zich er weinig bij voor kunnen stellen, werd al snel duidelijk, toen zij de regel moesten uitleggen. Ze begonnen namelijk gauw over „het koffieschip“.

Een tijdje later herhaalden wij de meervoudsvorming, en ik vroeg, hoe ze het meervoud van „foto“ zouden spellen. „F-o-t-o komma s“, was het antwoord. Ik vertelde, dat dit ding geen komma was, maar een apostrof. Ze knikten begrijpend. Bij de volgede oefening liet ik het meervoud van „taxi“ spellen en kreeg als antwoord: „t-a-x-i… hoe noemde je dat ding ook alweer? Appelstroop? s“.

Heb ik al eerder gezegd, dat deze groep heel erg van eten en drinken houdt? Misschien schrijven ze daarom ook soms als afsluiting van een brief „Met vriendelijke groenten“.

Kategorien: "Gewoon" dagelijks leven, Sprachliches / Taalzaken | Schlagwörter: , , , , | 5 Kommentare

Bloggen auf WordPress.com.